Cursus 'Basisprincipes Spirometrie'
In deze cursus worden de basisprincipes van spirometrie uitvoeren en beoordelen in de huisartsenpraktijk besproken.
Leerdoelen
- Heeft basiskennis over spirometrie en geforceerde expiratoire manoeuvres.
- Kent de meest voorkomende spirometrie parameters en de relatie met de volume-tijd (VT) en flow-volume (FV) curve:
- PEF (peak expiratory flow)
- FVC (forced vital capacity)
- FEV1 (een seconde waarde)
- FEV1/FVC ratio
- Kent de relatie tussen de volume-tijd en flow-volume curve
- Kent de aandachtspunten bij het goed uitvoeren van een spirometrieonderzoek, inclusief:
- instructie van de patiënt
- goede uitvoering van de blaaspogingen (o.a. maximale inzet, houding)
- Weet hoe een reversibiliteitstest wordt uitgevoerd.
- Kent de begrippen; obstructie, restrictie en reversibiliteit.
- Kan kenmerken van een normale, restrictieve en obstructieve curve in zowel VT-curve als FV-curve
- Kent het belang van longfunctie-referentiewaarden en de factoren die de longfunctie-referentiewaarden beïnvloeden.
- Weet wat een Z-score en LLN is en hoe deze te gebruiken in de interpretatie van spirometrie
- Heeft basiskennis van het ROER-formulier