Jos Dirven is eind april gepromoveerd op zijn onderzoek vroege opsporing bij COPD. Het proefschrift van Dirven is gebaseerd op de ontwikkeling van de meest efficiënte strategie om COPD vroegtijdig in huisartsenpraktijken op te sporen. Hij is daarvoor op zoek gegaan naar COPD bij 'gezonde' mensen.
Circa 10.000 mensen, uit dertig huisartsenpraktijken, tussen de 40 en 70 jaar, hebben een vragenlijst per post ontvangen. Uit het onderzoek kwam naar voren dat circa twee derde van deze ‘gezonde’ personen wél klachten aangaf, terwijl ze nooit een dokter hiervoor geraadpleegd hadden, omdat zij hun klachten onderschatten. Rokershoestje of kortademigheid worden niet altijd herkend, terwijl COPD inmiddels doodsoorzaak nummer drie is. Deze groep blijkt na een longfunctieonderzoek vaak COPD te hebben. Het advies aan andere huisartsen is om eenmalig, alle mensen van 40-70 jaar een vragenlijst over COPD klachten te laten invullen. Eventueel nog met een herinneringstelefoontje wanneer de lijsten niet op tijd terugkomen. Wanneer uit de antwoorden blijkt dat er een verdenking van COPD is, volgt spirometrie. Meer dan een derde van de mensen blijkt dan daadwerkelijk COPD te hebben. 80% van de COPD-patiënten rookt, dit weerhoudt men soms om naar de dokter te gaan. Ook blijkt dat COPD meer voorkomt in achterstandswijken. Onbekend COPD hebben, kan leiden tot meer ziekenhuisopnames terwijl dat bij mensen die weten dat ze COPD hebben, de complicaties op tijd onderkend en behandeld kunnen worden. Daarom is het van belang om COPD vroegtijdig op te sporen.