Dubbeldiagnose astma & COPD
Het is van belang in deze situatie de astmatische basis van dit verlies te herkennen en een onderscheid te maken met het aan roken gerelateerde COPD.
Het bestaan van COPD naast astma is aannemelijk bij patiënten ouder dan 40 jaar met:
- Een anamnestisch vermoeden van astma (aard van het klachtenpatroon, astma in de voorgeschiedenis, atopische aandoening bij de patiënt zelf of bij eerstegraads familieleden) én
- Een anamnestisch vermoeden van COPD (relevante rookgeschiedenis of een andere risicofactor voor COPD) én
- Minimaal 12% reversibiliteit na bronchusverwijding, in combinatie met een Z-score < -1,64 na bronchusverwijding
- LET OP: reversibiliteit bij COPD kan ook op basis zijn van ‘airtrapping’ (=volumerespons). Denk hieraan als de FVC in de post-test in volume meer toeneemt dan dat de FEV1 in de post-test in volume toeneemt. Belangrijk blijft echter dat er op basis van anamnese ook geen sprake kan zijn van astma.
|
|
|
Belangrijkste risicofactor |
Atopie |
Roken |
Luchtwegobstructie |
Wisselend, in de regel reversibel |
Per definitie deels irreversibel |
Pathofysiologie |
Chronische ontsteking in alle luchtwegen, meestal gevoelig voor corticosteroïden |
Chronische ontsteking met name in de kleine luchtwegen, relatief ongevoelig voor corticosteroïden |
Leeftijd |
Alle leeftijden |
Meestal > 40 jaar |
Beloop |
Overwegend gunstig met variabele symptomen |
Overwegend chronisch met geleidelijk progressieve symptomen |
Allergologisch onderzoek |
Geïndiceerd |
Niet geïndiceerd |
Longfunctie |
Overwegend normaal (of met reversibele obstructie) |
Blijvend verminderd (irreversibele obstructie) |
Levensverwachting |
(Vrijwel) normaal bij optimale behandeling |
Verminderd, ook bij optimale behandeling |
Inhalatiecorticosteroïden (ICS) |
Meestal geïndiceerd, behalve bij weinig frequente klachten |
Niet geïndiceerd, behalve bij frequente exacerbaties |