Fysiotherapeutische behandeling is de belangrijkste therapie bij COPD. Met geprotocolleerde fysiotherapie wordt gericht gewerkt aan de conditie. Hiermee kunnen longaanvallen worden voorkomen of uitgesteld zodat de longen niet verder achteruitgaan. Dat blijkt uit promotieonderzoek van klinisch epidemioloog, bewegingswetenschapper en fysiotherapeut Emmylou Beekman van het Maastricht UMC+.
Met gespecialiseerde fysiotherapie voor COPD wordt geprobeerd longaanvallen te voorkomen door o.a. de lichamelijke conditie en spierkracht zo optimaal mogelijk te trainen. Er zitten wel wat hiaten in het wetenschappelijke bewijs over effectiviteit van de behandeling. Dat komt omdat het heel moeilijk is om wetenschappelijk een rechtstreeks verband aan te tonen tussen de fysiotherapiebehandeling en het wel of niet ontstaan van longaanvallen. Daarnaast hebben COPD-patiënten vaak ook nog andere aandoeningen die effect hebben op het functioneren.
Behandel en controlegroep
In het onderzoek van Beekman is gewerkt met een behandel- en een controlegroep. De behandelgroep kreeg een protocol-gestuurd fysiotherapieprogramma met hoog-intensieve inspanningstraining. De controlegroep kreeg geen fysiotherapie of een dusdanig laag-intensief programma dat er geen effect verwacht kon worden.
Effectief
Ondanks enkele belemmeringen in de uitvoering van de oorspronkelijke onderzoeksopzet kan geconcludeerd worden dat in de behandelgroep beduidend minder vaak, korter durende en minder ernstige longaanvallen voorkomen dan in de controlegroep. Aangetoond wordt dat geprotocolleerde fysiotherapie een betere kwaliteit van leven oplevert. Mogelijk betekent het ook minder kosten voor de samenleving.
‘Het effect kan overschat worden maar de geobserveerde positieve effecten zijn dusdanig groot dat ze aan de behandeling toegeschreven kunnen worden. Daarmee wordt wetenschappelijk aangetoond dat fysiotherapeutische behandelingen inderdaad een belangrijke bijdrage leveren aan de behandeling van COPD’, aldus de promovenda
Bron: Longfonds