Recente cijfers tonen dat vorig jaar (2021) 20,6% van de volwassen Nederlanders naar eigen zeggen wel eens of dagelijks rookte (Gezondheidsenquête/Leefstijlmonitor 2021; CBS i.s.m. RIVM, Trimbos-instituut en Pharos). In 2020 bedroeg het aandeel volwassen rokers 20,2%, wat statistisch gezien geen verschil is. De cijfers houden in dat de dalende trend in roken in 2021 is afgevlakt. Om de doelstelling uit het Nationaal Preventieakkoord --namelijk <5% volwassen rokers in 2040-- te behalen zullen dan ook fors grotere stappen moeten worden gezet. Het aantal rokers is een optelsom van ‘bestaande’ rokers die het niet lukt om te stoppen en ‘nieuwe’ rokers die ermee beginnen. De pijlen dienen zich, naast preventie, dan ook te richten op goede stoppen-met-roken zorg. De meeste winst valt hierbij te behalen binnen de groep middelbaar opgeleiden. Dit is in absolute zin namelijk de grootste bevolkingsgroep, waarbinnen bovendien de hoogste rookprevalentie wordt waargenomen (24,2%). Bestaande, generieke stop(advies)methoden, -interventies en materialen zijn direct in te zetten binnen deze groep rokers.
Bron: Partnership stop roken