Docentenmap en cursistenmap CASPIR
Recent is de CASPIR cursus M1-M5 geactualiseerd door de projectgroep CASPIR.
De presentaties zijn aangepast naar de nieuwste inzichten m.b.t. spirometrie in de huisartsenpraktijk. Zo is het advies ten aanzien van ijking aangepast; toegevoegd is een beschrijving van een nieuwe uniforme wijze waarop portfolio's beoordeeld worden in Module 4. Ook de lay-out en opmaak zijn verder verbeterd.
Deze nieuwe presentaties en instructies zijn terug te vinden in de nieuwe cursisten- en docentenmap. Bij een nieuwe cursus M1-M5 ontvangt de organisator automatisch de nieuwe cursistenmappen. Voor de docent is de nieuwe docentenmap te bestellen bij cahagsecretariaat@nhg.org.
Longfuncties bij kinderen: de KASPIR
Hoewel er maar weinig zorggroepen een dbc-overeenkomst voor kinderen met astma hebben heeft deze groep net zo goed programmatische astma-zorg nodig. Deze zorg begint bij een goede diagnose waarbij spirometrie een belangrijke rol speelt.
De CAHAG is van plan om in het najaar enkele KASPIR-scholingen in het land te organiseren. Iedereen die hierin geïnteresseerd is kan een mail sturen naar onderwijs@secretariaatcahag.nl. Het heeft wel de voorkeur om dit in koppels van huisarts en praktijkondersteuner te doen.
Wat vinden de gebruikers van CASPIR Online? Uitkomst tevredenheidsonderzoek. Aan de deelnemers van CASPIR Online 2017 is gevraagd om hun mening te geven over deze nascholing in een enquête. We hebben in totaal 55 reacties ontvangen. De belangrijkste bevindingen koppelen we graag aan u terug.
Tevredenheid met CASPIR Online
CASPIR online krijgt van de gebruikers een 7,9 als rapportcijfer en maar liefs 97 procent zou collega's adviseren om ook CASPIR Online te gaan gebruiken. Van de 12 casussen uit 2017 werd met name de casus waarin de GLI referentiewaarden herhaald werd en de casus die ging over de diagnostiek van astma-COPD overlap syndroom (ACOS) zeer goed gewaardeerd. De casus over het ijken / controleren van een spirometer werd minder gevonden, met name omdat de beeldkwaliteit van de filmpjes wat te wensen overliet. Cursisten geven aan CASPIR Online praktijkgericht, informatief en actueel te vinden. Zo wordt gewaardeerd dat er ingespeeld wordt op nieuwe ontwikkelingen (zoals een casus over het gebruik van een e-sigaret in de maand dat de nieuwe richtlijn stoppen met roken gelanceerd werd), maar wordt ook de herhaling van belangrijke (moeilijke) informatie zoals interpretatie van een z-score als prettig ervaren. Tips die de cursisten daarbij nog wel hebben voor het projectteam van CASPIR Online is om minder percentage-vragen te stellen en soms iets dieper op onderwerpen in te gaan. CASPIR Online wordt dan ook niet als moeilijk ervaren door de meeste cursisten.
Tot slot hebben we de cursisten gevraagd naar onderwerpen die ze graag terug zien komen in de 2018 versie van CASPIR Online. Daarbij was de grootste animo voor de diagnostiek en behandeling van ACOS, medicatiekeuze (type medicatie en device) en astma bij kinderen. Sommige onderwerpen werden bijna niet genoemd terwijl we dat wel op voorhand verwacht hadden (zoals het bepalen van de ziektelast (n=1) en exacerbaties (n=1)). De voorkeuren van de cursisten zijn uiteraard verwerkt in het cursusaanbod van 2018! Hierin zal o.a. een drieluik verschijnen over de diagnostiek van ACOS.
Wilt u weten waarom uw collega's zo enthousiast zijn? Deelnemen aan de 2018 versie is nog steeds mogelijk.
Indienen portfolio’s voor het Qualifyproject niet meer mogelijk. Indien u in de afgelopen periode een module 6 bijeenkomst heeft bijgewoond dan zult u mogelijk gevraagd zijn om het portfolio voor hercertificering ook door te sturen voor het Qualifyproject. U heeft daar massaal gehoor aan gegeven en in totaal hebben we tot op de dag van vandaag 201 reacties ontvangen. Alle ingediende portfolio's worden door ons opgesplitst in losse spirometrie-uitslagen en voorgelegd aan longfunctie-analisten. Zij zijn gevraagd om de kwaliteit van de spirometrie-uitslagen te beoordelen. We hopen daarmee de vraag te beantwoorden of het aantal spirometrieën wat in een praktijk verricht wordt invloed heeft op de kwaliteit van het longfunctieonderzoek in de praktijk. Het is vanaf nu niet meer mogelijk om portfolio's in te dienen voor het project en we willen heel graag iedereen die meegeholpen heeft ontzettend bedanken. Op dit moment zijn we nog druk doende om consensus (overeenstemming tussen de longfunctie-analisten over de kwaliteit) voor alle spirometrieën te verkrijgen. Gezien het feit dat elke portfolio (minimaal) 8 spirometrie-uitslagen bevat is dit een enorme klus. Op de aankomende CAHAG-conferentie (17 januari 2019!) hopen we de resultaten van dit onderzoek te mogen presenteren. Ook zullen we u in deze nieuwsbrief op de hoogte brengen van de belangrijkste bevindingen.
Waarom moet je überhaupt je spirometer controleren en of ijken?
Je gaat ervan uit dat de spirometer die je gekocht hebt altijd correcte uitkomsten geeft. Maar er zijn veel redenen waarom deze uitkomsten kunnen afwijken. Als de flowmeter bijvoorbeeld een roterende vaantje bevat, kan dit door stof om de as waar het vaantje om draait minder goed functioneren. Het vaantje zal dan minder hard draaien dan zou moeten. De flowmeter geeft dan aan dat er een lagere flow is. Met de flow (= volume per tijdseenheid, dus bijvoorbeeld liter per seconde of liter per minuut) zal het volume berekend worden door de spirometer. Stel dat de flowmeter 1 seconde lang een flow meet van 1/2 liter per seconde dan weet hij dat er een halve liter langs de sensor is gekomen. Was er een constante flow (van ½ liter per seconde) voor 2 seconden dan is de uitkomst dus 1 liter. Maar als het vaantje minder hard heeft gedraaid dan zal de spirometer een kleiner volume aangeven (bijv 0,83 liter). Andere flowmeters hebben weer andere mogelijke foutenbronnen.
IJken, het huidige advies in de praktijk. Een ijkspuit met een zeer nauwkeurig volume van 3 liter (met een maximale afwijking van +/- 0.5%, dus een volume tussen 2.985 en 3.015 liter), lijkt daarom ideaal om te controleren of je spirometer goed werkt. Als je een ijkspuit "leeg drukt" door de spirometer zal in het allereerste begin de flow nul zijn (er stroomt nog niets). Daarna (als de zuiger in beweging is) probeer je een vrij contante flow te bereiken. Op het einde (als de ijkspuit leeg is), is de flow weer nul geworden. De spirometer meet normaal elke honderdste (of duizendste) seconde de flow. Hij telt (met de berekeningsmethode zoals hiervoor beschreven) iedere honderdste seconde hoeveel volume er langs de sensor is gekomen. Hij telt al die volumes bij elkaar op en vergelijkt dat met de waarde die hij verwacht (dus die 3 liter). Als hij hoger of lager uitkomt zal hij bij de berekening een schalings-factor invoeren die ervoor zorgt dat het precies 3 liter wordt. Voor de "uitademing" met de spuit gebeurd precies hetzelfde.
Wat moet je doen als het volume afwijkt?
Bij CareFusion stuur je de spirometer op; alleen de firma kan het volume correct instellen. Het advies is om de spirometer 1x per 2 jaar sowieso in te sturen. Mocht het volume bij W.A. blijven afwijken 3%> dan is er iets anders aan de hand. De oorzaak zit meestal in een breukje in de USB aansluiting of kabel.
Het controleren van het volume d.m.v. een biologische controle komt hiermee te vervallen. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat de waarden van biologische controles geregeld afwijkingen laten zien en dat deze afwijkingen meestal komen door variatie in de persoon. Zeer zelden blijkt het aan de spirometer te liggen.
FVC < LLN? Laat een IVC blazen.
In module 2 is een nieuw advies toegevoegd in geval van het meten van een FVC < LLN (dat wil zeggen dat de Zscore voor de FVC lager is dan -1.64). Met de geadviseerde manoeuvre kan je een extra controle uitvoeren of de FVC wel maximaal is gemeten. De manoeuvre is als volgt: Men laat de patiënt op een rustige en geleidelijke manier maximaal uitademen. Als het plateau is bereikt dan laat men de patiënt rustig maximaal diep inademen. Beoordeel vervolgens de IVC (Inspiratoire Vitale Capaciteit) en kijk of deze gelijk is aan de FVC. In veel gevallen zal deze IVC groter zijn. Indien deze > of = is aan LLN van FVC dan is er geen sprake van restrictie. Bij patiënten met een obstructie vallen de luchtwegen sneller samen wanneer er geforceerd wordt uitgeblazen in een krachtige FVC. Hierdoor kan in sommige gevallen niet alle lucht goed worden uitgeblazen. Doet de patiënt dit op een rustige, geleidelijke manier, dan vallen de luchtwegen minder snel samen en kan er wel tot het eind toe uitgeblazen worden, waarna een maximale diepe inademing laat zien wat de echte uitkomst moet zijn.
Bijlage 1: Handleiding 3L spuit carefusion
Bijlage 2: Kalibratie Welch Allyn
Adresgegevens CAHAG Onderwijssecretariaat Tilburgseweg-West 100 5652 NP Eindhoven |
Contact Tel (040) 231 06 22 Fax (040) 231 06 36 E-mail: onderwijs@secretariaatcahag.nl Site: www.cahag.nl |